Bloembollen planten
Bloembollen planten
Bloembollen brengen kleur in je tuin, met herfst- en voorjaarsbollen die zorgen voor kleur na de winter en in de zomer. Wij bieden tips voor het planten en bloeitijden voor een kleurrijke tuin.
Voorjaarsbloeiendebloembollen
Plant bloembollen van september tot de eerste vorst. Kies uit tulpen, krokussen, irissen, amaryllissen, hyacinten, narcissen, sneeuwklokjes en sieruien. Sneeuwklokjes bloeien al in januari, de anderen van maart tot juni.
Zomerbloeiendebloembollen
Plant de bekende zomerbloeiende bloembollen zoals lelies, gladiolen, begonia's, anemonen en dahlia's tussen maart en mei, nadat de kans op vorst is verdwenen. Dahlia's bieden langdurig plezier door te bloeien tot in de herfst.
Bloembollen tips
Wanneer plant je bloembollen?
Voorjaarsbloeiende bloembollen plant je van september tot en met december, zolang het maar voor de eerste nacht gebeurd. Maar onthoud: hoe eerder, hoe beter. Zomerbloeiers kunnen vanaf maart de grond in, na de laatste nachtvorst tot en met eind mei.
Denk na over het resultaat
Bij bloembollenaankoop let op kleur en bloeitijd volgens jouw voorkeur. Probeer bloembollen mixen voor verrassing. Voor natuurbehoud, plant alliums, muscari's en krokussen. Deze bloemen trekken bijen en vlinders aan, cruciaal voor plantenreproductie.
Nadat de bloem is uitgebloeid kun je er zeker nog een jaar of meer plezier van hebben. Wil je geheel ecologisch verantwoord recyclen laat de bol met loof en al na het uitbloeien nog in de grond zitten. Pas als de loof afsterft en geel van kleur is, kun je die afknippen.
Daarna is het belangrijk om te weten welke bollen in de grond kunnen blijven en uit de grond moeten. Tulpen en hyacintenbollen moeten de grond uit, bewaar ze droog en dan kunnen de bollen vanaf oktober weer de grond in. Andere voorjaarbloeiende bloembollen kunnen in de grond blijven zitten.
Zomerbloeiende bloembollen zijn vorstgevoelig. Het is dus zaak dat je die rooit nadat de bloembol is uitgebloeid. Bewaar ze na het rooien droog en donker, in de schuur bijvoorbeeld. Vanaf mei kunnen ze de grond weer in.
De bodem waar de bollen op groeien is minstens zo belangrijk. Bloembollen doen het in de regel niet goed op zandgronden. Wil je bloembollen poten op een zandgrond, voeg dan kleimineralen toe aan de grond. Te veel klei is ook niet optimaal, voeg dan bijvoorbeeld bodemverbeteraar basaltmeel of zeoliet toe.
Voeg alle bodemverbeteraars op de juiste diepte toe aan de grond voor optimaal resultaat. 10-15 cm onder de wortel is diep genoeg. Indien je meerdere voedingsstoffen tegelijkertijd toevoegt, zorg er voor dat de stoffen goed gemengd zijn.
Bol biedt vele bemestingsmiddelen, ook organisch, die aan de bodem toegevoegd kunnen worden voor optimaal resultaat.